Inspiratie uit research

Lang geleden in een land hier ver vandaan werd een generaal door zijn koning op pad gestuurd om in het noorden te vechten tegen de vijand. Die generaal had echter andere plannen: hij keerde terug naar de hoofdstad, vocht tegen de beschermers van de koning, doodde iedereen die in de weg stond en greep toen de macht. Na meerdere stromannen op de troon – die het allemaal niet lang uithielden – liet hij zich uiteindelijk zelf tot koning kronen en stichtte een nieuwe dynastie.
Dat klinkt bekend in de oren, toch? Dat zou zo uit de wereld van Het Lied van IJs en Vuur kunnen komen: de opstand van Robert Baratheon tegen de Targaryens bijvoorbeeld. Maar dit is een ander verhaal. Natuurlijk weten we dat Game of Thrones gebaseerd is op de Rozenoorlogen in het Engeland van de vijftiende eeuw, maar ook dat is een ander verhaal. Waar ik het over heb, is de opstand van generaal Yi Seong-gae tegen zijn eigen koninkrijk Koryo (het huidige Korea) in de veertiende eeuw. Hij wist zijn superieur, generaal Choi Yong, te verslaan en koning U (geweldige naam van één lettergreep) te vervangen door diens zoon, om uiteindelijk zichzelf tot koning Taejo te kronen in 1392. Die periode van de Koreaanse geschiedenis is minstens zo heftig als Het Lied van IJs en Vuur en de Rozenoorlogen. Verraad, broedermoord, aanslagen, opstanden, koningen die zo bang zijn dat ze afstand doen van de troon en meerdere bloedbaden: alles wat je van een grimdark verhaal verwacht. Deze onrust in Korea gaat zo’n vijfentwintig jaar door tot Se Jong, de kleinzoon van Yi Seong-gae, de troon bestijgt en vrede, voorspoed en vooruitgang brengt in het koninkrijk Joseon. Se Jong is één van de maar twee Koreaanse koningen die de toevoeging ‘de grote’ krijgt.
Tijdens de voorbereiding op mijn zevende danexamen Taekwon-Do heb ik me (onder andere) verder verdiept in de achtergronden van deze Koreaanse krijgskunst. De vierentwintig patronen (tul) die je moet kennen voor dit examen hebben allemaal een Koreaanse titel. De meeste zijn de naam of het pseudoniem van een belangrijke figuur uit de Koreaanse geschiedenis. De gemiddelde omschrijving van zo’n tul-naam is kort en bondig, zoals deze over Po Eun:
Po Eun (elfde tul) is het pseudoniem van de loyale onderdaan Chong Mong-Chu, een beroemd dichter en wiens gedicht ‘Ik zou geen tweede meester dienen, al werd ik honderd keer gekruisigd’ bekend is onder alle Koreanen. Hij was tevens een pionier in de natuurkunde. Het diagram ( – ) staat voor zijn nimmer falende loyaliteit aan de koning en zijn land, tegen het einde van de Koryo-dynastie.
Voor een westerling die weinig tot niets afweet van de middeleeuwse geschiedenis van Korea en Azië is dat een vrij nietszeggende tekst. Dat maakt het ook lastig om te onthouden. Tot je de echte achtergronden leert kennen. En dan zie je dat Po Eun werd vermoord in 1392, het jaar dat Taejo zichzelf tot koning kroonde. De reden was dat Po Eun weigerde over te lopen naar de nieuwe machthebber. Het gedicht droeg hij voor op een banket te zijner ere, in reactie op een ander gedicht dat hem vroeg Taejo te dienen. Op de weg terug van het banket naar zijn huis werd Po Eun opgewacht op een brug en daar vermoord. Naar verluidt zijn de bloedvlekken nu nog – ruim zeshonderd jaar later – te zien als het geregend heeft… Deze tul bestaat uitsluitend uit stappen opzij en schoppen, slagen, stoten en blokken op de lijn, om Po Euns rechtlijnigheid te onderstrepen. Als dat geen inspiratie voor een verhaal is!
Zo is krijgskunst niet alleen een goede basis voor het schrijven van actiescènes, maar ook een bron van inspiratie voor allerlei soorten verhalen: historisch, fantasy, sciencefiction en zelfs horror!
Reacties